Skip to main content

Ontwikkelen van een social media strategie

10' Starter (Leraar):


Nadat de deelnemers op hun stoel zijn gaan zitten, zal de trainer de deelnemers, voordat ze aan een andere activiteit beginnen, een voor een vragen in welke stemming ze vandaag zijn. Deze stap is om het gemak en de vriendelijkheid in de omgeving te vergroten.
Trainer presenteert ook wat er vandaag gaat gebeuren: we gaan een social media strategie maken voor elke deelnemer of in een kleine groep als dat relevanter is voor de groep.


60' Hun socialemediastrategie ontwikkelen

Dit zal helpen om consistent te blijven en uw groene ideeën op de lange termijn een boost te geven. Hoe te beginnen?

We bieden de volgende stappen:
1. Specificeer je doelgroep
2. Bepaal je doelstellingen (via SMART-methode)
3. Kies communicatiekanalen (social media platformen)
4. Bepaal welke content je wilt communiceren voor je doelgroepen
5. Maak taken voor uw team- en inhoudskalender

Deelnemers gaan aan de slag met het maken van hun social media strategie. Elk van hen krijgt 60 minuten de tijd om aan elke stap te werken. Hier vind je een meer gedetailleerd plan om eraan te werken:

1. Specificeer je doelgroep (leeftijd, geslacht, beroep, inkomen, hobby's en interesses, etc.)


2. Bepaal je doelstellingen (via SMART-methode) Met slimme doelen kun je goed gestructureerde campagnes opzetten. Hoe onderscheid je een goed doel, in tegenstelling tot een vaag doel? Hier is het voorbeeld van een vage en slimme doelstelling: VAGUE DOEL: Ik zal mijn aantal fans op sociale mediaplatforms vergroten.





SLIM DOEL: Tegen het einde van het jaar zal ik het aantal fans op de Facebook-pagina met 10% verhogen. 

Om ervoor te zorgen dat de doelen en doelstellingen duidelijk en haalbaar zijn, moet elke doelstelling:

- Specifiek (eenvoudig, verstandig, significant).

- Meetbaar (betekenisvol, motiverend).

- Haalbaar (overeengekomen, haalbaar).

- Relevant (redelijk, realistisch en met middelen, resultaatgericht).

- Tijdgebonden (tijdgebaseerd, tijdsbeperkt, tijd/kosten beperkt, tijdig, tijdgevoelig).


SMART-doelen worden vastgesteld met behulp van een specifieke reeks criteria die ervoor zorgen dat uw doelstellingen binnen een bepaald tijdsbestek haalbaar zijn. Zoals u kunt zien, is het acroniem SMART een woordspeling.  

Facilitator kan een flipchart maken met behulp van grafische facilitatievaardigheden over hoe de SMART-methode te gebruiken tijdens het schrijven van het acroniem met de achterliggende betekenis. Er zijn ook nuttige vragen die het begrip van de methode kunnen vergroten. Meer informatie over de methode vind je hier: MindTools   of hier: SMART Goals - Complete Guide for Coaches


3. Kies communicatiekanalen (social media platformen). Hier kunnen deelnemers worden herinnerd aan eerder werk waar we al verschillende sociale mediaplatforms hebben besproken. Hier hebben ze de kans om er minstens één te kiezen en aan de strategie van dit exacte platform te werken. Als ze zien dat het relevant is, kunnen ze ook kiezen voor meer platformen. Het doel is om de sociale netwerken te kiezen die het meest door uw doelgroep worden gebruikt en tegelijkertijd passen bij het imago van uw merk. Deze video kan helpen: Populaire socialemediakanalen voor uw bedrijf (uitleg) 4. Bepaal welke inhoud



u wilt communiceren voor uw doelgroepen. Nadat u uw doelgroep, doelen en het kanaal dat de deelnemer wil gebruiken, kent, is het nu tijd om de inhoud en regels te kiezen die voor de rest van de wereld moeten worden geplaatst. Beslissen:

- wat u wilt communiceren. - hoe vaak u wilt communiceren


5. Maak taken voor je team en inhoudskalender - maak een kalender over je communicatie - wijs taken toe aan het team

'20 Nabespreking

Elke deelnemer of groep deelnemers (ga na wat relevanter is voor jouw groep) gaat aan de slag met de strategie en praat over elke 5 punten. Nadat het proces is voltooid, zal er een korte presentatie zijn door elke deelnemer of groep van wat er tijdens deze sessie is bereikt.

Om de sessie af te ronden, zal de trainer een debriefingmoment faciliteren waar deelnemers worden aangemoedigd om hun vragen, twijfels, ideeën en gevoelens over de besproken onderwerpen te uiten.

Vandaag moedigen we aan om de methode voor de reflectie genaamd "Roos" te gebruiken. Facilitator nodigt uit om openlijk te spreken (niet sporadisch in een cirkel rondgaan) over wat een hoogtepunt was (rozentop) en wat een uitdaging was (rozendoorn) en welke nieuwe ideeën er kwamen (rozenbodem). Teken zo'n roos op de poster om te visualiseren wat de deelnemers willen.

Top: een hoogtepunt, succes, kleine overwinning of iets positiefs dat is gebeurd. Wat vond je leuk aan het proces? 

Midden (Thorn): wat was uitdagend of niet leuk?

Bottom (Bud): nieuwe ideeën die zijn opgebloeid of iets om naar uit te kijken.